1. Voorbereiding vóór gebruik
Apparatuurinspectie: de Elektrische kabelliertrekker moeten grondig worden geïnspecteerd. Controleer of de behuizing van het apparaat compleet is en of er scheuren of beschadigingen zijn; controleer of de kabels intact zijn en of er gebroken of blootliggende draden zijn; controleer of belangrijke componenten zoals katrollen en lagers flexibel draaien en er geen vastlopen is; Controleer tegelijkertijd de bevestiging van de apparatuur. Controleer of de onderdelen los zitten, zodat de apparatuur tijdens bedrijf stabiel kan blijven.
Voeding en elektrische inspectie: Bevestig de integriteit van het netsnoer, controleer of de stekker en het stopcontact intact zijn en vermijd het risico van lekkage of kortsluiting. Controleer of de aan/uit-schakelaar goed werkt en zorg ervoor dat deze flexibel in- en uitgeschakeld kan worden. Bovendien moeten de elektrische onderdelen van de apparatuur, zoals motoren, controllers, enz., ook worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat ze niet beschadigd of abnormaal zijn.
Locatiekeuze en reiniging: Kies een vlakke, stevige en obstakelvrije locatie voor gebruik en zorg ervoor dat de grond het gewicht en de spanning van de apparatuur kan dragen. Verwijder vuil op de locatie, vooral scherpe voorwerpen of gladde stoffen, om accidenteel letsel tijdens het gebruik te voorkomen.
Voorbereiding van gereedschappen en accessoires: Bereid de gereedschappen en accessoires voor die nodig zijn voor de bediening, zoals schroevendraaiers, sleutels, smeermiddelen, enz. Zorg ervoor dat deze gereedschappen en accessoires intact zijn, zodat ze snel en efficiënt kunnen worden gebruikt wanneer dat nodig is.
Voorbereiding van het personeel: Zorg ervoor dat operators over relevante vaardigheden en kennis beschikken en de werkingsprincipes en bedieningsspecificaties van de apparatuur begrijpen. Zorg voor de nodige veiligheidseducatie voor operators om hun veiligheidsbewustzijn te verbeteren. Bovendien kan, afhankelijk van de werkelijke behoeften, een assistent worden geregeld om te helpen bij de operatie om de werkefficiëntie te verbeteren.
2. Bedieningsproces
Sluit de stroombron aan: Sluit het netsnoer van de elektrische kabelliertrekker op een stabiele stroombron, waarbij u ervoor zorgt dat de spanning en frequentie overeenkomen met de vereisten van de apparatuur. Voordat u de voeding aansluit, schakelt u de stroomschakelaar uit om het risico op een elektrische schok te voorkomen.
Zet de uitrusting vast: Gebruik een touw of beugel om de elektrische kabelliertrekker aan een stabiel object te bevestigen, om te voorkomen dat de uitrusting tijdens het gebruik beweegt of omvalt.
Installeer de kabel: Bevestig de kabel die moet worden gespannen of getrokken op de katrol van de elektrische kabelliertrekker en zorg ervoor dat de kabel gelijkmatig en strak op de katrol wordt gewikkeld. Voorkom dat de kabel wegglijdt of vast komt te zitten op de katrol.
Start de apparatuur: Nadat u heeft bevestigd dat alles gereed is, zet u de aan/uit-schakelaar aan en start u de elektrische kabelliertrekker. Tijdens het opstartproces moet u letten op de bedrijfsstatus van de apparatuur. Als er iets abnormaals is, stop dan onmiddellijk voor inspectie.
Pas de trekkracht aan: Pas de trekkracht aan, afhankelijk van de werkelijke behoeften, via de bedieningsschakelaar of knop op het apparaat. Tijdens het aanpassingsproces moet aandacht worden besteed aan het beheersen van de veranderingssnelheid van de trekkracht om te voorkomen dat plotselinge stijgingen of dalingen van de trekkracht een impact op de kabels en apparatuur veroorzaken.
Observeer de status van de kabel: Tijdens bedrijf moet de status van de kabel te allen tijde worden geobserveerd om ervoor te zorgen dat de kabel niet gedraaid, geknoopt of versleten raakt tijdens het aanspannen of trekken. Als er abnormale omstandigheden worden aangetroffen, moet de machine onmiddellijk worden stilgelegd voor verwerking.
3. Verwerking na de operatie
Schakel de apparatuur uit: Nadat de handeling is voltooid, moet u eerst de stroomschakelaar van de elektrische kabelliertrekker uitschakelen en de stroomtoevoer afsluiten. Koppel vervolgens het netsnoer los van het apparaat en zorg ervoor dat het apparaat volledig is uitgeschakeld.
Maak de locatie schoon: Maak de operatielocatie schoon, plaats kabels, gereedschap en andere items terug op hun plaats en houd de locatie netjes. Controleer tegelijkertijd de apparatuur op eventuele overige beschadigingen of afwijkingen, zodat deze tijdig kunnen worden verholpen.
Onderhoud: Onderhoud regelmatig de elektrische kabelliertrekker, controleer de slijtage van de uitrusting en vervang ernstig versleten onderdelen. Houd de apparatuur tegelijkertijd schoon en droog om roest en schade te voorkomen.
